Persoonlijke ruimte dinsdag, jun 25 2013 

Al heel lang heb ik een hekel aan mensen die te dicht bij me staan in rijen of op plekken waar je naar iets kijkt, een voorstelling op straat of levend standbeeld of zoiets. Dat zit in mij, ik wil een onbekende niet ruiken, voelen of aanraken en ik probeer dus altijd een beetje ruimte voor mezelf te creëren. Helaas heb je dat niet altijd zelf in de hand. In de rij van de supermarkt bijvoorbeeld…

Afgelopen week deden Ralf en ik samen de zware boodschappen en terwijl hij voor het winkelwagentje op onze beurt stond te wachten, stond ik achter het wagentje. Dat gebruik ik namelijk als een steuntje, zodat ik geen rollator mee hoef te nemen. De dame achter ons was alleen en vond blijkbaar dat wij onze voorganger te veel ruimte gaven. Terwijl zij driftig haar boodschappen op de band stond te proppen kreeg ik namelijk elke keer een duw in mijn rug van haar.
Nu ben ik wat betreft mijn rug al wat gevoeliger dan andere mensen en aangezien ik een dag daarvoor nog een guasha-behandeling had ondergaan, was ik nog wat meer gevoelig. Ik had een heftige reactie op de behandeling en mijn huid was diep donkerrood en overgevoelig. Ik vroeg dus aan mevrouw of zij wat ruimte wilde houden omdat ze me pijn deed.
De mevrouw snoof eens en ging door met proppen (de band lag inmiddels al een tijdje stil namelijk) en mij duwen in mijn rug te geven. Ik draaide me dus nog eens om en zei nogmaals dat ze me pijn deed en of ze even rekening wilde houden met haar medemens. In plaats van excuses kreeg ik een grote mond dat ik een aansteller was en heus niet zo gevoelig op mijn rug zou zijn.
Ik vroeg vervolgens liefjes aan Ralf of hij mevrouw even wilde vertellen hoe mijn rug eruit zag omdat ze nog nooit van het begrip persoonlijke ruimte had gehoord en ik gestoord werd van de porren die ik van haar kreeg. Bij het zien van Ralf en het beseffen dat hij bij mij hoorde, zette ze ineens wel een stap achteruit. Alsof hij zo gevaarlijk is.

Wat bezielt iemand om in een rij bij een kassa zo te gaan lopen duwen en proppen? De boodschappen worden er heus niet sneller door afgerekend en de lopende band gaat er niet sneller van draaien. In bovenstaand geval duurde het trouwens nog wat langer, geheel ‘per ongeluk’ tikte ik eerst de verkeerde pincode in. Dat krijg je er nou van als je mij mijn ruimte niet gunt!

Hoe gaat het? maandag, jun 17 2013 

Dit heb ik eigenlijk altijd al een lastige vraag gevonden. In de eerste plaats omdat het vaak een soort plichtmatige vraag lijkt waarbij de steller er helemaal niet op zit te wachten als je iets anders dan ‘goed’ of ‘prima’ antwoordt. En in de tweede plaats omdat ik het zo algemeen vind, dat: hoe gaat het? Ik heb vaak de neiging onderdrukt om terug te vragen ‘Waarmee?’ Maar ja, dan krijg je weer terug ‘Met jou natuurlijk!’ Dan zit je nog in dezelfde impasse.

Als je chronische pijn hebt weet je omgeving daar meestal wel vanaf en als mensen dan aan je vragen hoe het gaat, zijn ze vaak oprecht geïnteresseerd in het antwoord. Je echt naaste omgeving weet namelijk wel dat je (bijna) altijd pijn hebt, maar wil je ook niet het gevoel geven dat dat ze niet kan schelen, dus blijven ze je vragen hoe het gaat. En dat is natuurlijk alleen maar goed, blijf praten, blijf vragen stellen en blijf openstaan voor elkaar, maar soms ook wel moeilijk.
Want het antwoord op deze vraag is met de toename van de pijn alleen maar lastiger geworden. Hoe gaat het eigenlijk met me? En daarnaast is mijn huidige ‘goed’ ook nog eens een heel andere ‘goed’ dan een paar jaar geleden. Als ik nu zeg dat het goed gaat, dan ben ik die dag uit mijn bed gekomen, heb ik de energie gehad om mensen op te zoeken en heb ik de moed om met deze vraag geconfronteerd te worden.

Hoewel die moed me, bij het horen van de feitelijke vraag, vaak weer in de schoenen zinkt. Want vertel je dat het goed gaat als je die ochtend weliswaar je bed bent uitgekomen, maar dat dat alleen kon dankzij de pijnstillers of biecht je eerlijk op dat het goed gaat omdat je blij bent er even uit te zijn om zo afleiding van de pijn te hebben? Of laat je de pijn buiten beschouwing en zeg je dus dat het goed gaat als het buiten de gebruikelijke last van je lijf best wel oké gaat op zo’n moment?

Daarnaast ligt het er ook nog aan waar ik ben als de vraag me wordt gesteld. Sta ik in de stal bij de grote, stoere, lieve bonte Koe-met-het-kleine-hartje dan is mijn antwoord ondoordacht en oprecht dat het fantastisch gaat. Maar lig ik op bed, omdat ik er toch niet uit kon komen, met op mijn borst onze witte spinnende haarbal die me gelukzalige knipogen toewerpt, dan zal ik ook zeggen dat het goed met me gaat. Om de doodsimpele reden dat het op die momenten ook écht goed is. Net als dat je in een file die al drie uur duurt zult zeggen dat het het niet goed gaat.

Goed is tegenwoordig dus vaak een momentopname, maar dan wel een echt gelukkige!

Levenswaarden en doelen zondag, jun 9 2013 

Als je al je doelen hebt bereikt, dan heb je de lat niet hoog genoeg gelegd.

Vandaag kwam ik deze uitspraak weer eens tegen. Ik ken hem uit een liedje van Acda en De Munnik en gebruikte hem altijd graag als mijn lijfspreuk. Wat heb je aan doelen als je ze in een vloek en een zucht hebt kunnen bereiken? Doelen moeten moeilijk zijn,  want als je dan een doel, ondanks de haast onzichtbare hoogte van de lat, haalt, dan heb je pas het recht om trots te zijn. Toch?

Toen ik nog werkte probeerden mensen me uit te leggen dat het zo (schijnbaar) niet werkt, dat je ook blij en trots mag zijn met het bereiken van eenvoudigere doelen met lagere latten. Dat een compliment krijgen over iets dat je goed kunt, hoe simpel ook, altijd terecht is en dat je dat niet weg hoeft te wuiven.

Tegenwoordig gaat mijn bestaan meer dan ooit over doelen, maar dan willen ze geen doelen horen als ‘fulltime kunnen werken om mijn ambities als (interim) manager waar te gaan maken’. We moeten klein beginnen, dus eerst bedenken wat belangrijk is voor je, wat is een levenswaarde waar je niet zonder wilt kunnen? En dan blijken levenswaarden op elk vlak van je bestaan gemaakt te kunnen worden. De levenswaarde voor ‘werk’ heb ik nog maar even terzijde geschoven, want die dromen en oude ambities doen op dit moment meer pijn dan een lagere lat goed zou kunnen maken.

Maar het bedenken van je levenswaarden en daarbij behorende doelen valt nog lang niet mee als je wensen enerzijds ontelbaar zijn. Enerzijds, want dat is de kant die droomt over de toekomst, dromen die soms regelrechte nachtmerries worden, omdat ik geen idee heb hoe mijn toekomst eruit zal zien (maar is er iemand die dat echt weet?). De andere kant is feitelijk veel simpeler, hoewel die in uitvoering nog wel eens veel lastiger zou kunnen uitpakken.
Die kant van mij wil namelijk maar één ding. Ik wil mijn leven terug, ik wil kunnen lopen, zitten, liggen en slapen zonder pijn. Ik wil opstaan om naar mijn werk te gaan, ik wil op vrijdagavond kunnen verzuchten dat het tijd is voor weekend. Ik wil kunnen gaan en staan waar ik wil, zelf in de auto, trein of bus stappen om te werken, winkelen of om op visite te gaan. Ik wil afspreken met vrienden zonder rekening te houden met de planning van een hele week en zonder rekening te hoeven houden met het feit dat ik hulp nodig heb om ergens te komen. Boven alles wil ik weer alleen, zelfstandig en als individu op pad kunnen gaan. Dát wil ik nog het meest van alles.
Maar is dat een levenswaarde, of is het een doel, of is het geen van beide? Ik heb nog steeds geen idee.