Vier weken therapie’vakantie’. Enerzijds mag ik daar van mezelf niet van genieten, want vakantie is voor mensen die druk zijn met werk en/of studie en anderzijds ben ik zó gesloopt en moe dat ik het eigenlijk ook best wel verdiend vind.

De afgelopen maanden ging het niet zo goed met me. Van alles liep door elkaar, slapen ging nog beroerder dan ik al gewend was en ik vond bijna alles en iedereen om me heen maar heel stom. Overigens vond ik mijzelf nog het allerstomst, maar dat hielp natuurlijk helemaal niet. Dat mijn lijf nog steeds strak staat van de spierspanning en ik of gillend gek word van de pijn of juist van het feit dat er om de haverklap stukken arm of been totaal gevoelloos zijn, maakt het allemaal niet beter.
Therapie viel me zwaar, het reizen er naartoe en weer naar huis gaat nog steeds niet vlekkeloos en kostte me daardoor een hoop extra energie. Juist als therapie moeilijk is, wil je je niet druk hoeven maken of ze je vandaag wel of niet komen halen. En juist als je lijf zo’n pijn doet wil je niet ruim twee keer langer over een rit doen als dat je zou doen als je gewoon zelf in een auto kon stappen.

Ik heb al eens geschreven over waarom ik sommige dingen zo vreselijk eng vind. In ‘De rolstoel, over drempels, schaamte en verdriet’ schreef ik over mijn eerste feestje in mijn toen nog leenstoel. Over hoe dat feestje in een nachtmerrie eindigde waar ik nog steeds regelmatig in wakker werd.
Ik kreeg lieve reacties op die blog, dat ik me niet hoefde te schamen, dat de rolstoel niets afdeed aan wie ik was en dat als mensen het nodig vonden om ongepaste grappen over een rolstoel te maken dat echt meer zei over die mensen dan over mij.
Die reacties hebben me de afgelopen weken geholpen, al heb ik dat waarschijnlijk nergens laten blijken. Deze gebeurtenis en de daarmee samenhangende angst, stress, onzekerheid en schaamte een plekje geven viel me namelijk ontzettend zwaar. Want zoals ik toen al schreef, wat kun je doen als je op een plek waar je het het minst verwacht zó onderuit geschoffeld wordt?

De laatste weken heb ik dus hard gewerkt aan mijn eigen gevoel ten opzichte van deze slechte grap. En dat harde werken bracht een hoop naar boven. Ik heb met deuren geslagen, ik heb geschreeuwd en ik heb vooral heel veel gehuild en mezelf veelvuldig op mijn kop gegeven. Ik had blijkbaar aanleiding gegeven, ik moest me schamen, ik had alles anders moeten doen om te voorkomen dat het zo is verlopen als het is verlopen.

Maar na al die weken therapie kon ik op de valreep voor de vakantie deze gebeurtenis afsluiten. Denk én hoop ik. Ik besef me namelijk dat ik prima heb gehandeld door te vertrekken die avond. Dat die lieve comments op de bewuste blog gelijk hadden. Ik hoef geen bullshit te pikken van mensen die mij en mijn gezondheid als grap zien. Ze hebben gelijk dat ik niet degene ben die zich zou moeten schamen. Ook al zou ik aanleiding hebben gegeven, hoe dan? Want met een kort rokje en diep decolleté geef je ook geen aanleiding tot verkrachting. Niemand had het recht om mij die avond zo ongevraagd en zo kwetsend in de spotlights te zetten.
Een fijne herinnering zal het nooit worden. De bewuste mensen die mij na één brute (maar lang niet zo bruut als hun gevoel voor humor) afwijzing daarna maar hebben genegeerd en links hebben laten liggen zullen nooit meer vertrouwd voor me worden en in mijn huis zullen ze in mijn aanwezigheid nooit welkom zijn. Maar ik weet nu wel één ding zeker, namelijk dat ik mij niet hoef te schamen. Niet voor die avond, niet voor de rolstoel en zeker niet voor het feit dat mijn lijf niet doet wat mijn hoofd wel graag zou willen.

Hopelijk kan ik met deze nieuwe wetenschap verder. Verder met leren dat ik er echt mag zijn, dat ik en mijn gevoelens er echt toe doen, dat ik niet hoef mee te lachen als anderen me bespotten terwijl ik het zelf niet grappig vind. Dat ik me niet hoef te verdedigen als anderen me niet geloven. Dat ik goed ben zoals ik ben. ♥